We zitten er helemaal klaar voor: de 10 km schaatsen voor heren. Beatrijs doet voorspellingen voor de medailles, af en toe bijgesteld na een slechte of onverwacht snelle rit. Eén medaille is al vergeven: goud voor Sven Kramer. Vlak voor de laatste rit is de uitslag vastgesteld: 1. Kramer, 2. Lee, 3. De Jong.
Dan staat hij er, Sven Kramer. Het startschot. Hij gáát. En hoe! Onze ogen gefixeerd op het scherm, de rondetijden, waar al gauw een groen blokje verschijnt: hij rijdt een winnende tijd. Dat staat voor Beatrijs al vast. Hij kan nog vallen, probeer ik haar enthousiasme te temperen. De beer is immers nog niet geschoten. Maar hij dóet het en ronde na ronde komt het goud dichterbij.
Plotseling wordt het onrustig. “Ze rijden in dezelfde baan!” Laat het Skobrev zijn die de fout in is gegaan. Maar we worden snel uit de droom geholpen. Sven stevent af op diskwalificatie. In lichte paniek bedenken we allerlei scenario’s en hopen op een wonder, tegen beter weten in. “Het is de schuld van de trainer!” weet Beatrijs. Haar blik is scherp en later zal haar gelijk blijken.
Ondertussen glijdt Sven onwetend door en we zien hoe hij juichend over de finish gaat. Zoveel mensen in het stadion, zoveel kijkers voor de televisie en iedereen weet wat er zal gebeuren – behalve Sven zelf. Dan zien we hoe de slechte tijding wordt gebracht. We zien het ongeloof, de woede. De weggesmeten bril. We zijn getuige van de onpeilbare kloof die plotseling ontstaat tussen trainer en schaatser. Terwijl Sven woedend uit de oval stapt, verlaat Beatrijs stilletjes de kamer.
Nog vol ongeloof staar ik naar het scherm
Officieel bestaat deze gouden prestatie niet. Officieel is er geen nieuw gloednieuw Olympisch record gesneuveld. Maar hij dééd het en iedereen weet het. Hij is heer en meester van de 10 km.
Keizer Sven, de ongekroonde.
24-02-2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten