vrijdag 29 augustus 2014

Tramtoerist

De vrouw tegenover me komt uit Zuid-Afrika, vertelt ze. Ze is hier voor de bruiloft van haar neef. Vrijwel onophoudelijk staart ze uit het raam. Ze kijkt haar ogen uit.

Na een paar weken reizen met de metro ben ik blij weer in de tram te zitten.  De stad trekt in behapbaar tempo aan je voorbij. En Rotterdam zou Rotterdam niet zijn als het niet continu veranderde. Dan is hier een bouwput, dan weer daar.

De collega die zwaar beladen uit de Lidl stapt ziet me niet als ik zwaai. Fietsers schieten tussen het verkeer door. Passerende auto’s bij de halte doen uitstappers verschrikt en terecht verontwaardigd opzij springen. Voetgangers en fietsende kinderen worden door de rukwinden uit balans gebracht. Mijn krant blijft ongelezen in de tas.

Ik probeer de stad te zien door de ogen van de vrouw tegenover me. De oude en nieuwe architectuur, winkels, het nieuwe Centraal Station, de Hofpleinfontein, de stroom fietsers. Al die vanzelfsprekende dingen die je in je eigen omgeving niet meer ziet, maar in een andere stad of het buitenland aandachtig bekijkt.

Intussen is de mond van de Zuid-Afrikaanse vrouw ver open gezakt. Ik neem aan dat ze onder de indruk is van het Rotterdamse pracht. Maar ze kijkt me aan en zegt: “Al die mensen.. zo wit, zo zwart, zoveel kleuren.. dat zie je bij ons niet!”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten